Gevolgen plannen voorjaarsnota voor Industrie en Gebouwde Omgeving
Op 15 april 2024 heeft de Minister van Financiën de Voorjaarsnota gepubliceerd, met opvallend veel plannen op het gebied van klimaatbeleid. De Voorjaarsnota bevat een bijwerking van de begroting voor 2024 en een vooruitblik op de begrotingen voor komende jaren. Uit de Voorjaarsnota kunnen verschillende nieuwe belastingmaatregelen worden afgeleid. Met een demissionair kabinet en een bepalende rol voor de Tweede Kamer, zijn de plannen die worden geschetst in de voorjaarsnota echter nog verre van definitief. Maar omdat het deels wel gaat om uitwerking van beleid uit Brussel en omdat door ministeries wordt gewerkt aan de uitwerking hiervan is het voor ons als vereniging van energiedeskundigen, -engineers en -adviseurs goed om dit scherp in beeld te hebben. Voor projecten in de gebouwde omgeving en het bedrijfsleven zijn de voorstellen potentieel van grote invloed.
Daarom zetten wij de de belangrijkste maatregelen voor de industrie en de gebouwde omgeving op een rij:
VOOR DE INDUSTRIE
• ETS-2
Het ETS-2 is een uitbreiding van het Europese Emissie handelssysteem voor de grote bedrijven (ETS-1). ETS-2 komt uit de Europese Green Deal en moet van toepassing worden voor de middelgrote en kleinere bedrijven en daarnaast ook voor de transportsector en mogelijk voor de landbouwsector. In tegenstelling tot ETS-1 gaan de bedrijven niet betalen voor CO2-emissie maar moeten fossiele brandstofleveranciers een CO2-heffing innen op de brandstoffen die zij leveren. De hoogte van deze CO2-heffing is lager dan in het ETS-1. Tot 2030 wordt uitgegaan van 45 €/ton. Om een gevoel te geven, op aardgas betekent dit een extra kostenpost van circa 7 ct/Nm3 in 2030.
• Groengas bijmengregeling
Er wordt gewerkt aan een bijmengverplichting voor groengas in het aardgas. De kosten voor deze bijmengverplichting worden in het voorstel van het kabinet volledig neergelegd bij de ETS-2 bedrijven. Dit leidt tot verhoging van de kosten van aardgas van 3 ct/Nm3 in 2026 tot 12 á 17 ct/ Nm3 in 2030.
• Energiebelasting op aardgas
Tenslotte ligt er een voorstel om de energiebelasting op aardgas in de 3e, 4e en 5e tariefschijf 22% te verhogen. Dat is het gasverbruik boven de 170.000 Nm3 per jaar. Ook dit leidt weer tot een stijging van 8 ct/Nm3 in de 3e schijf en 5 ct/Nm3 in de 4e schijf.
In zijn totaliteit zal dit een aanzienlijke verhoging van de kosten van aardgas opleveren die boven op de verhoging komt in het Belastingplan 2024. Het is daarmee van grote invloed op de terugverdientijd van besparingsmaatregelen maar zal zeker op weerstand stuiten.
Het is dus nog onzeker wat in welke mate zal worden aangenomen. We houden in de gaten hoe dit verder loopt en we houden jullie op de hoogte.
VOOR DE GEBOUWDE OMGEVING
• Regeling Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed
Er blijft grote belangstelling voor de DUMAVA subsidieregeling. De overheid heeft besloten om middelen naar voren te schuiven om dit jaar het subsidieplafond te verhogen.
• Amendement zonnepanelen scholen
Er wordt 40 miljoen euro van de ISDE onttrokken die weer wordt toegevoegd aan de DUMAVA subsidie. Met dit geld moeten schoolgebouwen van zonnepanelen worden voorzien.
• Vrijval subsidie SDE, SDE+, SDE++
Doordat energieprijzen meerjarig hoger uitvallen is er in 2026-2029 minder budget benodigd voor de SDE subsidieregelingen. De SDE-kasraming wordt hierop aangepast.
• Klimaatfonds: Nationaal Isolatieprogramma
Voor het Nationaal Isolatieprogramma (NIP) wordt t/m 2030 250 miljoen euro cumulatief beschikbaar gesteld uit het Klimaatfonds meerjarenprogramma 2025. Hiervan is o.a. 125 miljoen euro bestemd voor de Subsidie verduurzaming Vereniging Voor Eigenaars (SVVE). 49,9 Miljoen euro is bestemd voor de regeling lokale aanpak, en 40,7 miljoen euro voor natuurinclusief isoleren. Ook is er jaarlijks tot en met 2030 ca. 5 miljoen euro beschikbaar als bijdrage aan het innovatiebudget Meerjarige Missiegedreven Innovatie Programma's (MMIP) binnen het NIP.
• Bio Based bouwen
Vanuit het Klimaatfonds ontvangt BZK in totaal 19 miljoen euro voor Bio Based bouwen. Hiermee wordt ingezet op het ontwikkelen van de markt voor biobased bouwmaterialen. De middelen zijn bestemd voor het ontwikkelen van biobased productkaarten in de Nationale Milieudatabase, monitoring en de financiering van de uitvoeringsorganisatie.
> Zie voor meer informatie de Kamerbrief